Drie jaar geleden konden we voor het laatst naar Indonesia. Covid-19 gooide daarna onze planning totaal omver.
Maar dit jaar konden we eindelijk weer gaan en we hebben die gelegenheid onmiddellijk aangegrepen! Op 7 mei jl. vetrokken wij 3,5 uur te laat van Schiphol. Die vertraging werd veroorzaakt, zo meldde de captain aan boord ”door een verkeerd ingevuld formulier”! Door deze vertraging misten we in Jakarta onze aansluitende vlucht van Jakarta naar Denpasar op Bali, waardoor de vertraging uiteindelijk opliep tot 5 uur en 45 minuten.
Op Bali hielden we enkele dagen rust om te acclimatiseren in Candidasa, om vervolgens het vliegtuig te nemen naar Yogyakarta. Daar vierden we eerst mijn 84e verjaardag met een diner, waarbij onze contactman Kees de Jong met zijn vrouw Tuti, Brother Polikarpus namens de Brothers of Charity en Ibu Susi, die ook een aantal leerlingen controleert, aanwezig waren. Daarnaast waren er een aantal (oud-)studenten aanwezig. In totaal waren we met 16 man en dit feestje kwam natuurlijk niet ten laste van de Stichtingskas, maar was privé. Het was wél erg gezellig!
Natuurlijk spraken we ook met de leerlingen, o.a. bij Ibu Susi. Daar waren aanwezig: Akbar, Derra en Adryan, terwijl ook de inmiddels afgestudeerde Abriani Astuti tot onze verrassing acte de présence gaf. Op onderstaande foto ontbreekt de laatste en worden de leerlingen vergezeld door hun vader of moeder of tante.
We bezochten diverse door ons gesteunde projecten van de Brothers of Charity, waarbij we begonnen bij de scholengemeenschap en het rehabiliteitsprogramma voor jeugdige drugsverslaafde KUNCI (= Sleutel) in Nandan. Daar doneerden we geld voor het onderhoud van de schoolgebouwen en voor KUNCI.
Daags erna bezochten we hun Psychiatrische Inrichting in Purworejo. Voor de twee-en-een-half uur durende reis daarnaartoe werden we opgehaald door de brothers.
Daar nam bro. Polikarpus (Poly voor bekenden) met graagte een donatie in ontvangst voor voeding en medicatie en natuurlijk moesten de patiënten ook met ons op de foto.
In Purworejo werden we door de gastvrije broeders eerst mee uitgenomen voor een lekkere lunch, waarna we ons aan onze “verplichtingen” wijdden. Ook vonden we het erg leuk om bro. Apolonaris weer te ontmoeten. Daar hebben we jaren geleden heel intensief mee samengewerkt, totdat hij werd overgeplaatst naar Purwokerto, waar we hem nooit bezochten. Nu woont hij, nadat hij een hersenbloedig heeft gehad, in Purworejo. Ook hij vond het erg leuk, ons weer te zien. Helaas konden we bro. Martin de Porres, waaraan we veel goede herinneringen hebben niet ontmoeten. Hij was te ziek om ons te ontvangen!
In het allereerste begin van onze Stichting hebben we enkele jaren een weeshuis van de “Zusters van Liefde van de H. Carolus Boromeus” ( bij ons bekend als de “Zusters Onder de Bogen” uit Maastricht) ondersteund. Wij waren benieuwd, hoe de situatie daar nu was. Het bleek daar één en al bedrijvigheid: na ca. 18 jaar werden diverse vloeren, die als gevolg van seismische activiteit zeer ongelijk waren komen te liggen, opnieuw gelegd. Ook de rest van het gebouw was hard toe aan groot onderhoud, dus de door ons aangeboden gift kwam als geroepen. De Zuster Overste maakte een sprongetje van vreugde, toen zij dat vernam. (Dat hebben we maar niet gefotografeerd.)
Momenteel verzorgen de zusters 57 kinderen van 0-18 jaar, waarvan enkelen “buitenshuis” onderwijs volgen. De zak met babykleertjes, die wij vanuit Nederland hadden meegebracht, kwam dan ook goed van pas.
Zr. Magdalena vertelde ons, onder het gastvrije genot van een verkoelend drankje, dat zij, samen met Zr. Veronika, die ons als eerste had begroet, zo’n 15 jaar geleden een jaar in Maastricht had doorgebracht in het klooster “Onder de Bogen”en daar goede herinneringen aan had. Zij sprak zelfs nog enkele woordjes Nederlands!
’s Middags hadden wij een afspraak met de heer Yoyok Dewasa. Hij had, als onze agent, voor ons een afspraak gemaakt met het “Kantor Imigrasi”. Daar moesten we een foto laten maken en onze vingerafdrukken laten maken, teneinde ons visum te laten verlengen. We hadden enkel een visum “on arrival” kunnen krijgen bij binnenkomst in Indonesia en dat is maar 30 dagen geldig, terwijl wij 47 dagen dachten te blijven. De eenmalige verlenging met nog eens 30 dagen bleek zonder tussenkomst van een “agent” (die natuurlijk ook het nodige geld kostte! ) haast niet te doen. Hij bleek zijn geld overigens meer dan waard en heeft ons voortreffelijk geholpen. Vanwege het feit, dat het de volgende dag Hemelvaartsdag was, een Christelijke feestdag in het Islamitische Indonesia, waarop ambtenaren vrij zijn, kregen we twee dagen later ons paspoort, met daarin het verlengde visum, terug. Een hele geruststelling!
Na Yogyakarta reisden we naar Flores, waar we in het hoger gelegen stadje Ruteng, waar het aanmerkelijk koeler was dan op zee-nouveau, te gast waren bij de Brothers of Charity. Zij leiden daar de Psyciatrische Inrichting “Renceng Mose”. Daar worden jeugdige psychiatrische zieken opgenomen, medicinaal goed ingesteld en begeleid in hun volgende leven.
Vaak zijn deze jonge mensen schizofreen, wat door de familie veelal gezien wordt als een straf van Allah. Vanwege de vermeende schande voor de omgeving en hun onberekenbaarheid worden zij soms onder onmenselijke omstandigheden opgesloten in hun hok. De brothers hebben zelfs mensen aangetroffen, die geketend waren in houten blokken om hun benen. In een museum ter plaatse zagen we een aantal foto’s met de gevolgen daarvan.
Na Flores bezochten we het eiland Lombok, waar een aantal leerlingen uit ons programma wonen. Als eerste bezochten we daar Ibu Atik en haar man Bion, die jarenlang een goedlopend restaurant Bale Tajuk in Senggigi runden. Door corona viel in Sengigi het toerisme, waar 85% van de bevolking economisch afhankelijk van is, helemaal weg. Gevolg: Senggigi werd een spookstad! Ook bovengenoemd restaurant ging failliet en beide ouders kwamen totaal zonder inkomsten te zitten. Wij hebben toen hun oudste zoon Albi (15 jr.) in ons programma opgenomen. Hij heeft goede studieresultaten en zijn ouders vonden hem oud genoeg, om zelf zijn beurs voor het komende semester in ontvangst te nemen. Ook de vader van Hidayat Rosier en de van oorsprong Voorburgse Diane Nijman en haar Lombokse echtgenoot Ali tekenden graag voor ontvangst van de ondersteunende donatie voor de studies van hun kinderen.
Later nam ook Imran Rosyidi (Emo), die ons op Lombok als tolk terzijde stond na de aardbevingen in 2017, de beurs voor zijn zoon in ontvangst.
Hiermee kwam ons bezoek aan Lombok ten einde en vlogen we terug naar Bali, waar we het aanmerkelijk rustiger kregen.
Hier ontvingen we nog Nyoman Widana en onze chauffeur Rauh, die voor hun respectievelijke zoons I Komang en I Wayan Ardytana (Ardy) het eerste deel van hun beurs voor dit jaar uitbetaald kregen.
In totaal hebben we deze reis zo’n € 11.000,-- mogen doneren. Een groot deel daarvan bestaat uit beurzen voor het eerste semester van onze leerlingen en studenten.
De resterende tijd op Bali brachten we door met luieren, lezen, zwemmen en met onze Duitse buurvrouw Renate het edele kaartspel SKIPBO beoefenen.
Op 24 juni kwamen we weer thuis, na een vermoeiende, maar vruchtbare reis, waarin we het nodige mochten geven, maar er veel meer voor terugkregen.
Hans Biermans, voorzitter en Wim Reinking, penningmeester van de Stichting BANTU ANAK ANAK, Voorburg.